In deze situaties druk je WEL op de alarmknop
- Medische noodsituatie, bijvoorbeeld:
- Je bent onwel geworden.
- Je bent gevallen.
- Je hebt last van plotselinge benauwdheid.
- Niet-uitstelbare zorg, bijvoorbeeld:
- Je hebt hulp nodig bij het naar de wc gaan.
- Je hebt hulp nodig om medicijnen in te nemen.
- Je kunt niet overeind komen.
- Panieksituatie, bijvoorbeeld:
- Je bent angstig.
- Je voelt je onveilig.
In deze situaties druk je NIET op de alarmknop
- Geen noodsituatie: je hebt niet meteen zorg nodig. Wacht tot er iemand bij je is of bel iemand op. Stel diegene jouw vraag, bijvoorbeeld:
- Je hebt boodschappen nodig.
- Je wilt de verwarming hoger hebben.